Pom Wolff (een bevriende dichter) stuurt regelmatig een soort opdracht rond om een gedicht te schrijven op een thema.
Zoals deze.
"een echt zondagochtendvraagje.
met wie zou je wakker willen worden en wat had je dan gezegd? wat zou je vragen?
of houd je het liever stil in huis
ze hoeven niet perse in bed gesitueerd – ook elders in het huis kan gesproken of gezwegen
(en met zijn/haar initialen kunnen we ook leven.)
niet dat we nieuwsgierig zijn het is meer dat we graag delen."
Ik schreef:
Wakker worden
Wat zou ik graag op zondag wakker willen worden op de vroegste vloer van een doorrookte kroeg
—een eenmanszaak, dat ziet u goed—
omdat me daar 's nachts wat wilders dan normaal was overkomen
's Ochtends zou ik mezelf aan m'n kopse kont op trekken
Hij zou het glazig hebben over velen
terwijl ik zwarte koffie zette
zou hij zeggen dat hij niet van de gekke
vuile buiten was en het verrekte —hij was nog toeter— met mij iets aan te gaan
Hij trok zijn grote broek weer
aan en we lagen dus ineens zo grondig overhoop
dat ik dan
stil
ik verhaal
—ik wil uitwisseling van bloed en braaksel niet met u delen
want ieder en ook ons handgemeen blijft binnen sprak hij af met mij:
ik ben geen partij en er is ook geen beginnen aan, meningen
doopcelen lichten, u lacht?
Ja, want ik ben nog dronken, maar ga verder,
En dan komt de heksenjacht —
de knijp uit sloop
Ploos, 28 november 2010
Met dank aan Jack Biskop, die Menno ter Braak memoreerde [braa002nati01_01.pdf]